“Moh, tes mijn meetjen”

Achter De Kringwinkel schuilt een schoon verhaal. Geef toe, spullen redden van de afvalberg en op die manier mensen werkervaringskansen geven, er zijn slechtere combinaties. Het liefst willen we daarom godganse dagen van de daken schreeuwen wat we doen en waarom we het doen. Je weet maar nooit dat er nog ergens een (wereld)vreemde eend in de bijt nog geen weet heeft van het bestaan van De Kringwinkel. Gelet op het feit dat ondergetekende wel eens durft te lijden aan hoogtevrees is dat van-de-daken-schreeuwen misschien toch niet zo’n geniaal idee… Dus geven we gewoon zo af en toe eens een rondleiding.  Aan kirrende kleuters, pittige pubers en ja, ook aan vrouwenverenigingen.

De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat die laatste een bijzonder publiek vormen. De dames zien meestal voortdurend spulletjes die ze ooit ook nog eens in huis gehad hebben en schrikken er niet voor terug dat met de hele groep te delen, hebben een onweerstaanbare drang om over koetjes en kalfjes te babbelen en durven bovendien al eens kritisch uit de hoek te komen. Vragen als “Worden de mensen dan niet betaald voor de spullen die ze jullie geven” of “Wassen of strijken jullie die kleren echt niet voor jullie ze in de winkel hangen” zijn daar niet vreemd aan. Maar, liefste vrouwenverenigingen, voor ik mij al jullie woede op de hals haal: aan het einde van de rit zijn jullie meestal helemaal mee met ons verhaal en hebben we er een horde Kringwinkel-fans bij. Waarvoor dank! Een aantal weken geleden kregen we er zo via KVLV een heel grote fan bij.mijnmeetjen

We liepen met de hele groep langs de verschillende afdelingen in het magazijn. De uitleg aan de elektroafdeling was net gestart maar – zoals dat nu eenmaal hoort bij een rondleiding – er waren een aantal achterblijvers die nog wat aan het snuisteren waren tussen de huisraad. En toen weerklonk plots uit de mond van één van de seniores: “Moh, tes mijn meetjen”.  Gevolgd door “oooh” en “aaaah” en “’t is toch geen waar zeker” van de omstaanders. De rest van de groep, mezelf incluis, keerde onmiddellijk op de stappen terug (nieuwsgierigheid is een goede eigenschap, toch?). Fier hield de dame in kwestie een oude kader in de handen. Met daarin een groepsfoto van de Balgerhoekse Gilde uit 1957. En inderdaad, haar grootmoeder stond ook op de foto. Eén blik was voldoende geweest om die eruit te halen. Zelden zo blinkende ogen gezien tijdens een rondleiding. Wat volgde was een hele resem verhalen over grootmoeder Emma – ik ga jullie de details besparen maar leuk om weten is dat Emma 103 geworden is – en verslapte aandacht voor de rest van de rondleiding. Maar dat was helemaal niet erg. Door het voorval was ons punt al gemaakt: bij De Kringwinkel heeft alles een verhaal. En voor elk voorwerp schrijven we er dan nog eens een nieuw.

Dit verhaal eindigde alvast heel gezellig. We gingen een koffietje drinken in onze refter, de anekdotes bleven maar komen en de dame kreeg de foto van haar meetje als cadeautje mee naar huis. Dat verdiende ze wel, want door haar kwam ik tenslotte op het idee voor mijn eerste Kringwinkelverhaal…  vanuit het Meetjes-land natuurlijk.

Een gedachte over ““Moh, tes mijn meetjen”

  1. Iets gelijkaardigs meegemaakt toen ik pakweg 15 jaar geleden van dienst was in De Kringwinkel van Heist-op-den-Berg. Een vrouw ontdekt een kader met foto van een man en maakt zich luidruchtig boos. Hoe het toch in godsnaam mogelijk is dat haar buurvrouw de foto van haar echtgenoot, die nog maar een paar maand overleden is, al weggegeven heeft aan De Kringwinkel. Nee, dat kon toch niet zijn. Na lang wikken en wegen heeft ze de kader met foto zelf gekocht (voor een prikje). Wat ze er vervolgens mee gedaan heeft, weet ik (gelukkig) niet. (Waarom deed die weduwe de foto van haar man zo gauw weg? En waarom was die goede buurvrouw daarvan zo over haar toeren? …)

Plaats een reactie